Beste antwoord
Wormen hebben zachte lichamen die gemakkelijk aan het vergaan zijn, waardoor ze minder snel fossiliseren. Bovendien leven veel wormen in omstandigheden zoals de bodem of zeebodems waar sediment zich ophoopt, maar dit proces zorgt vaak voor een minder gunstige omgeving voor het behoud van fossielen. Dit leidt tot een beperkte ontdekking van wormfossielen in vergelijking met andere organismen met harde schalen of botten.